In een jaar tijd is het voorzichtige optimisme over de oorlog in Oekraïne omgeslagen in een ingehouden pessimisme. Rond de vorige jaarwisseling had het Oekraïense leger een succesvol zomeroffensief achter de rug en maakte het zich op voor een lente-offensief, terwijl uit het Westen wapens en miljarden dollars en euro’s toestroomden.
Nu het front min of meer bevroren is – met incidentele succesjes voor zowel de Russen als de Oekraïners – kampt Oekraïne met personele en materiële tekorten en begint de westerse steun op te drogen. Teken des tijds is dat de Nederlandse verkiezingswinnaar, de PVV, zich eerder veelvuldig heeft uitgesproken tegen wapens en geld voor Kyiv.
Hoe kijkt Onno Eichelsheim naar deze ontwikkelingen? De Nederlandse commandant der strijdkrachten heeft sinds de Russische aanval op 24 februari 2022 voortdurend geijverd voor steun aan de Oekraïners. Die vechten namelijk ook voor onze veiligheid, zei Eichelsheim een jaar geleden in NRC. Nu spreekt hij op verzoek opnieuw over de oorlog, in zijn werkkamer op het ministerie van Defensie in Den Haag – enige tijd voordat Rusland een zware luchtaanval op Oekraïne uitvoert en tientallen burgers omkomen.
Gaat Rusland de oorlog winnen?
„Nee, dat gaat Rusland niet. Rusland heeft in het begin van de oorlog een aantal doelstellingen geformuleerd: een groot deel van Oekraïne bezetten, het land totaal afsnijden van de Zwarte Zee en de militaire capaciteit van Oekraïne volledig ontmantelen. Geen van die doelstellingen gaan de Russen halen. Ze hebben zich wel wat weten te herstellen na aanvankelijke tegenslagen. Nu is er een front met weinig vooruitgang aan beide kanten, doordat beide partijen goede verdedigingsstellingen hebben ingericht. Dus hoe moet dat worden doorbroken?”
Ja, hoe?
„Rusland zal zichzelf voorhouden dat de westerse steun aan Oekraïne zal afbrokkelen als de oorlog nog jaren duurt, en dat het steeds meer de kans zal krijgen om Oekraïne terug te drukken. Wij moeten zorgen dat Oekraïne in ieder geval zijn huidige verdediging kan vasthouden door het leveren van conventionele middelen als munitie en het verzorgen van trainingen – eigenlijk wat we nu doen. Op termijn zul je Oekraïne moeten helpen het verschil te maken door voldoende luchtoverwicht te creëren, bijvoorbeeld met meer luchtverdediging. En door wapenssystemen te leveren waarmee je in de Russische Federatie opslagplaatsen en aanvoerlijnen achter het front kan aanvallen. Dat gebeurt al, maar de aantallen lange-afstandswapens moeten fors worden opgevoerd, anders loop je steeds achter de feiten aan. Hoe meer steun wij geven, hoe minder Rusland in staat is Oekraïne pijn te doen.”
De wil in de VS en Europa om die steun te geven is minder groot dan een jaar geleden, toch?
„Ja, je ziet dat Oekraïne moeite heeft om dezelfde steun te borgen als in het verleden. Desalniettemin beseffen we nog steeds dat Rusland niet mag winnen, omdat dit niet verstandig is voor de veiligheid van Europa. Een Russische overwinning zou niet alleen de kwetsbaarheid van Europa aantonen, maar ook de weg vrijmaken voor een volgende stap, namelijk dat Rusland over een aantal jaren landen in de regio bedreigt. Ik zou het vreemd vinden als de doelstelling zou veranderen.”
Lees ook
Waarom intensiveert Rusland de luchtaanvallen op Oekraïense dorpen en steden?
In Nederland komt mogelijk een partij aan de macht die niet veel heeft met steun aan Oekraïne.
„Dat zullen we zien als de coalitiebesprekingen klaar zijn. Het mooie van Nederland is dat alle geluiden en alle richtingen in onze samenleving zich vertalen in een compromis. Dus het is nooit echt links, het is nooit hard rechts, het is altijd een mate van door het midden heen.”
Dus u maakt geen zorgen over de westerse steun aan Oekraïine?
„Nou, ik maak mij meer zorgen over het feit dat Rusland zijn oorlogsproductie versneld opbouwt door samen te werken met Iran en Noord-Korea. De Russen produceren veel munitie en vervangen snel hun uitgeschakelde wapensystemen. Onze industriecapaciteit blijft daarbij achter. Er is een kleine opschaling gedaan, met name door het Duitse Rheinmetall [het grootste defensiebedrijf van Europa, red.] en een aantal munitieproducenten in Tsjechië. Dat is lang niet genoeg om zowel Oekraïne te steunen als de eigen krijgsmacht weer op het juiste niveau te krijgen na decennia van bezuinigingen. Er moet dus meer gebeuren.”
Eerder riep u Nederlandse banken en bedrijven op meer te doen. Hoe staat het daarmee?
„Bedrijven zijn gaan beseffen dat ze een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben, voor de veiligheid van Nederland. Dat is echt fundamenteel veranderd in het afgelopen jaar. Wij hebben door gesprekken met bestuurders van ondernemingen beter in beeld gekregen wat de obstakels zijn bij het investeren in productiecapaciteit. De industrie heeft behoefte aan langetermijncontracten, meer directe bestellingen in plaats van aanbestedingen met meerdere partijen en een vorm van voorfinanciering – over dat laatste zijn we in gesprek met het ministerie van Financiën.
„Banken wilden lang niet veel te maken hebben met de defensie-industrie. Die houding is aan het veranderen, maar het is voor een bedrijf dat bijvoorbeeld militaire voertuigen maakt nog steeds niet makkelijk om een banklening te krijgen. Daar is nog wat te halen.”
Bij de investering van vijf miljard euro extra in defensie, in 2022, zijn de tanks niet teruggekeerd. De Tweede Kamer wil die toch. En nu?
Met een kort lachje: „Dat is aan het nieuwe kabinet. Hopelijk gaan we met de defensiebegroting inderdaad naar de twee procent [van de Nederlandse economie, red.] en dan ligt dit weer op tafel. Voor mij is het vooral belangrijk dat we fors gaan investeren in onbemande systemen. Of het nu gaat om een schip, een vliegtuig of een voertuig, onbemand moet er standaard in. De krijgsmacht van de toekomst zal voor 30 procent bestaan uit onbemande systemen, die overigens steeds zullen samenwerken met mensen. Dat zou ik een jaar geleden niet hebben gezegd.”
Waarom niet?
„De oorlog in Oekraïne heeft laten zien hoe snel het nu gaat, met Oekraïense drones die de Russische vloot verder naar het oosten hebben weggedrukt. De kunstmatige intelligentie gaat ook heel hard in het militaire domein. Onbemande vliegtuigen van Oekraïne, waarvan de gps-navigatie door de tegenstander is verstoord, hebben toch hun doel weten te treffen door beeldherkenning. Het is onvermijdelijk dat – grotendeels – autonome systemen straks wapens gaan inzetten. Daar moeten internationale regels voor komen. Ik ben blij dat Nederland en andere landen vorig jaar een oproep daartoe hebben gedaan.”
Lees ook
In de baksteenfabriek nabij het front zie je waarom de Oekraïense economie ‘opmerkelijk veerkrachtig’ is
Wat betekent het conflict in Israël voor de Nederlandse krijgsmacht?
„Praktisch gezien is de impact niet groot. De leveringen door de Israëlische industrie gaan door. Wij hebben militairen naar Cyprus gestuurd en een schip naar de Middellandse Zee; onze mensen hebben daar goed kunnen trainen. Wel leidt het conflict in Gaza de aandacht af van de oorlog in Oekraïne. De belangstelling van de Verenigde Staten was al aan het verschuiven naar Azië. Nu zullen de VS nog meer verwachten dat wij binnen Europa onze eigen broek op leren houden. Dat moet ook. Hoe verschrikkelijk de oorlog in Gaza ook is, voor ons is die niet existentieel; de oorlog in Oekraïne wel. Overigens is Iran nu in beide conflicten betrokken. In het Midden-Oosten via onder meer Hezbollah, op het Europese grondgebied door drones te produceren met de Russen.”
Onlangs oordeelde de commissie-Ruys hard over de rol van Defensie bij de evacuatie na de val van Kabul. Welke lessen trekt u daaruit?
„De commissie verwijt ons terecht dat wij te optimistisch waren over Afghanistan, waar de Taliban de zaak veel sneller overnamen dan ook wij hadden verwacht. We hadden wel een zwart scenario ontwikkeld, zoals militairen altijd doen, maar waren uitgegaan van een optimistischer, op dat moment waarschijnlijker scenario. De les hieruit voor mij is dat we nu eerder uitgaan van het zwarte scenario. Daarom zij we in het voorjaar van 2023 snel Nederlanders gaan evacueren uit Soedan. Daarom hebben we rond Gaza ook snel militairen naar Cyprus gestuurd. Daarom ga ik ook bij de Russische Federatie uit van het zwarte scenario. Die heeft nu nog de handen vol aan Oekraïne, dat een groot deel van onze veiligheid voor onze rekening neemt. Ik maak me voor vandaag dan ook geen zorgen, maar wel voor morgen en overmorgen.”
Lees ook
Oekraïens gezant bij EU: ‘Als mensen twijfelen over steun aan Oekraïne, zeg ik: denk eens na over het alternatief’